Historie

TERUGBLIK IN DE HISTORIE VAN CON AMORE

maart 1934

“In de voormiddag godsdienstoefening op Zondag 18 Maart 1934 werd aan het einde van den dienst door de predikant Ds. Joh. Langman medegedeeld, dat er op den daarop volgenden Woensdagavond in het koor der kerk een bijeenkomst plaats zou hebben van Hervormden om te komen tot het oprichten van een Hervormde Zangvereniging. Degenen die hier belang in stelden werden uitgenodigd dien avond in het koor aanwezig te willen zijn.”
Zo luiden de eerste zinnen van het eerste notulenboek van “Con Amore”. Initiatiefnemer tot de oprichting van de zangvereniging was dhr. S. Bottinga, sinds 1 februari 1934 hoofd van de Herv. school in De Lier. Tijdens zijn korte verblijf in De Lier had hij geconstateerd dat er in ons dorp twee koren waren (“De Lofstem” en een neutraal koor), maar dat een Herv. zangvereniging ontbrak. Oprichting van zo’n koor vond hij noodzakelijk om een band te vormen onder de leden van de hervormde gemeente.


OPRICHTINGSVERGADERING


Vol spanning werd uitgekeken naar de opkomst op 21 maart. “Een grote schare jongeren kwam het koor vullen” vermeldt het notulenboek en op deze avond werd na opening en gebed het doel van de bijeenkomst uitgelegd. Ook werd de koe bij de horens gevat: de dames en heren werden in partijen ingedeeld en met behulp van het geleende orgel van de C.J.M.V. werd er direct al gezongen. Uiteindelijk meldden deze avond 29 dames en 16 heren zich aan als lid van het koor
Ook vond er diezelfde avond nog een bestuursverkiezing plaats, waarbij dhr. Bottinga “met volstrekte meerderheid van stemmen” gekozen werd tot voorzitter. Bovendien werd hij ook de eerste directeur van het koor, de toenmalige benaming voor dirigent. Naast hem werden vier mannen in het bestuur gekozen en hoewel er ook dames voor bestuursfuncties werden voorgedragen, haalde geen van hen een voldoend aantal stemmen.
De eerste notulen besluit met “alle krachten in te spannen om de vereniging zo hoog mogelijk op te voeren, er geen gezelligheidsclub van te maken doch flink en gestadig te oefenen”.

Tijdens de eerste bestuursvergadering op 26 maart 1934 werd het bestuur direct al geconfronteerd met een gevoelige kwestie. Het bestuur van de chr. zangvereniging “De Lofstem” had met “leedwezen vernomen dat er in De Lier een nieuwe zangvereniging stond opgericht te worden wat volgens diens mening absoluut overbodig was.” Volgens de notulen poogde men “dit snoode plan tot oprichting van het koor te elfder ure te verijdelen” en werd verzocht om samen op te trekken. Ter genoegdoening zouden enkele bestuursfuncties door hervormde leden vervuld kunnen worden. Het bestuur wees dit voorstel echter unaniem van de hand. De doelstelling van de oprichting van het koor was immers de onderlinge band tussen de hervormden te versterken! “Samen op weg” kende men toen nog niet! (Overigens heeft dit niet geleid tot onenigheid tussen de koren, want enkele maanden later nodigde “De Lofstem” het bestuur van Con Amore uit om hun uitvoering bij te wonen).

Op deze eerste vergadering stelde het bestuur ook vast dat, om lid te worden, men tenminste 16 jaar oud zou moeten zijn. Enkele leden die bij aanmelding op de oprichtingsvergadering jonger dan 16 jaar waren, mochten wel lid blijven. Ook allerlei andere zaken werden deze avond nog geregeld, zoals aanvangstijd van de repetities (voor de dames om 7.00 uur en voor de mannen om 7.30 uur – ’s zomers was 7.00 uur te vroeg voor de mannen!), contributie (dit werd vastgesteld op 10 cent - ook te betalen bij verzuim van een repetitie-avond), naamgeving (naam wordt in overleg met de leden vastgesteld), orgel (voorlopig lenen van de C.J.M.V.).
Verder werd besloten dat er in de druivenkrenttijd geen repetities zouden zijn, omdat dan een groot aantal leden zou moeten verzuimen. Van 30 mei t/m 27 juni 1934 werd er dan ook niet gerepeteerd.
Wat naamgeving van het koor betreft; door de leden werden diverse namen voorgedragen zoals “Zang veredelt”, “Sursum Corda”, “Op hoop van zegen”, “Concordia”, “Eltheto” en nog enkele namen. “Con Amore” is dus uiteindelijk als naam gekozen.


PERIODE 1935 t/m 1940


Reeds een jaar na haar oprichting gaf “Con Amore” (52 leden) haar eerste uitvoering. Hierbij stond het koor opgesteld op de gaanderij (dat is de plaats waar nu het orgel is – het orgel bevond zich tegen het koor dat toen afgesloten was). Het publiek keek dus vanuit het schip der kerk omhoog naar het koor, dat aanvankelijk wat zenuwachtig was, maar een goede uitvoering gaf. Ook werd er reeds dit jaar een jeugdkoor opgericht.
Eén van de aandachtspunten op de bestuursvergadering van 20 maart 1935 was het verzuim op de repetitie-avonden. Met name jonge mannen bleken op deze woensdagavonden nogal eens te verzuimen omdat ze dan op hun bezoek bij hun meisje waren. Verzetten van de repetitie-avond naar een andere avond in de week stuitte echter op diverse moeilijkheden zodat besloten werd de repetities op woensdag te handhaven met de opmerking van de voorzitter “dat ieder lid zich voor de keus moet stellen wie hij of zij op den repetitie-avond dienen wil: Amor of Con Amore”. Tot ontzetting van de bestuursleden gaf de voorzitter dhr. Bottinga op deze avond te kennen dat hij af wil treden als directeur wegens te drukke werkzaamheden.
Op 27 maart 1935 vond de eerste jaarvergadering plaats. Naast aandacht voor algemene zaken vond ook een bestuursverkiezing plaats, waarbij Marie Maan als eerste vrouw in het bestuur gekozen werd. Verder werd de avond opgeluisterd met spelletjes en samenspraken.
Al snel diende zich een nieuwe directeur aan namelijk dhr. W. v.d. Kaaij (vanaf 17-4-1935), die ook het kinderkoor onder zijn hoede zou nemen. In deze tijd kreeg het koor ook de beschikking over een piano. Na een korte periode als directeur van “Con Amore” werd dhr. v.d. Kaaij ontslagen omdat men niet tevreden was over zijn capaciteiten en werd hij vervangen door dhr. van Santwijk (vanaf 6-1-1937)
In 1937 diende zich weer een gevoelige kwestie aan die in de huidige tijd niet meer voor te stellen is: het bestuur boog zich over een verzoek van een lid van de Geref. Kerk om lid te mogen worden van “Con Amore”. Aan de hand van diverse artikelen van het reglement werd er gediscussieerd of dit wel of niet kon en besloten werd het reglement ter inzage te geven aan betrokken kandidaatlid. Hoe dit verder afgelopen is, meldt de notulen niet.
Begin 1937 stond er weer een uitvoering op het programma, maar er waren twijfels over de kwaliteit: de uitvoering door laten gaan met de nummers die er goed in zitten aan het eind en liefst ook één aan het begin? En zo geschiedde! Ook een mogelijkheid voor ons anno 2004?? Maar alras gaat het goed met het koor: bij deelname aan concoursen worden regelmatig 1° prijzen in de wacht gesleept.
Wat de financiën betreft, was er niets nieuws onder de zon: op de jaarvergadering van 1937 werden er 200 loten à 5 cent aan de man gebracht “tot sterking der kas”. Financiële zaken keerden op veel vergaderingen steeds weer terug: men had nogal eens moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Leuk is te lezen dat er op een bijeenkomst bruidsuikers werden uitgedeeld vanwege een huwelijk; tegenwoordig vinden traktaties plaats omdat één van de leden 40 jaar getrouwd is.
De notulen van de eind jaren dertig maken gewag van deelname aan concoursen. De leden keken naar zo’n deelname uit omdat de hele club dan een gezellig dagje uit was en men naast deelname aan het concours ook uitstapjes maakte om het één en ander te bezichtigen. Ook het jeugdkoor gaf regelmatig acte de présence en bij uitvoeringen werd vaak samengewerkt met andere koren.
Na 5 jaar “Con Amore” gediend te hebben als voorzitter trad dhr. S. Bottinga op 23-2-1939 af als voorzitter en werd hij opgevolgd door dhr. Becker. In deze tijd hangt de oorlogsdreiging ook boven het verenigingsleven: trouwe leden worden opgeroepen “om ergens in Nederland hun plicht te doen zoals trouwe vaderlanders betaamt” en “om te waken voor de neutraliteit van ons land, waarbij we hopen dat zij slechts te waken en niet te strijden hebben”.
Door de financiële problemen van het koor werd de contributie verhoogd naar 20 cent terwijl, vanwege deze ernstige financiële situatie, ook de directeur een rijksdaalder per maand wilde afstaan. Ook werden er weer nieuwe donateurs geworven. Vermeldenswaard is nog dat bij een concours een 2° prijs werd behaald ondanks het feit dat “bij het vrije nummer de harde wind de partituren weg blies en wij er daardoor even uit waren”.


PERIODE 1940 t/m 1945

De eerste weken na de Duitse inval werd er niet gerepeteerd, maar op 31 mei 1940 werd er een ledenvergadering belegd waarop alle aanwezigen unaniem besloten om weer te beginnen. Gelukkig waren er geen slachtoffers gevallen onder de militairen van het koor. Verder werd besloten tot het houden van een collecte voor de directeur dhr. van Santwijk die door het bombardement op Rotterdam veel schade had geleden. Deze collecte bracht ƒ 35,80 op en dhr van Santwijk was hierdoor zeer getroffen.
Het jeugdkoor maakte ondanks de oorlogstijd in 1940 toch nog een uitstapje hoewel sommige ouders bezwaren hadden om hun kind mee te geven. In de nazomer had men het koor van de kerk laten verduisteren omdat er een lichtuitstralingsverbod was afgekondigd. Ook wordt in de notulen vermeld dat door het koude weer de zangers en zangeressen om de kachel (hun beste vriend) heen klitten, waarbij de alten en bassen het beste plaatsje hadden. En aangezien de directeur vanwege de duisternis Rotterdam ’s avonds niet kon bereiken, bracht hij de nacht door bij één van de bestuursleden om de volgende ochtend huiswaarts te keren. Ook kwam het in deze tijd voor dat dhr. van Santwijk De Lier helemaal niet kon bereiken en dan bijv. vanuit Delft weer moest terugkeren naar Rotterdam. Tevens kwam hij wel eens op de fiets, maar kreeg op een zeker moment problemen met fietsbanden: behoorlijke banden waren in 1943 niet meer te krijgen. Overigens keerde dhr. Bottinga, de grote animator achter “Con Amore” in 1941 weer terug als voorzitter en werd in 1942 ons erelid Jana Herbert voor het eerst in het bestuur gekozen.
In de eerste oorlogsjaren ging het jeugdkoor nog wel eens een dagje uit, maar “Con Amore” woonde geen concoursen meer bij. Wel werden er in De Lier jaarlijks uitvoeringen gegeven, hoewel dit op een zeker moment vanwege de nieuwe voorschriften van de bezetter geen openbare uitvoering mocht zijn (wel donateurs en familie). Jaarvergaderingen gingen ook door, waarbij de consumpties bestonden uit anijsmelk en kaakjes (kopjes werden geleend bij de meisjesvereniging en de jongeliedenvereniging). Ook werd op een bestuursvergadering de orde op de repetities besproken. Zo wordt er in de notulen vermeld dat er over het algemeen veel is verbeterd, maar een niet met name genoemd lid schijnt zich niet te kunnen aanpassen. Na raadpleging van het reglement werd besloten om het lid zo nodig te royeren. Eveneens werd besloten “de gewoonte in te voeren om te stemmen over de toelating van nieuwe leden”.

Op de jaarvergadering van 22 maart 1944 werd het 10-jarig bestaan van “Con Amore” herdacht. Op deze gezellige avond die weer opgeluisterd werd met samenspraken en toneelstukjes werden de vier leden, die vanaf de oprichting lid zijn gebleven, bedankt hetgeen vergezeld ging met de overhandiging van een plantje. Tijdens deze avond werd koffie geschonken maar de suiker moest men zelf meenemen!

Dan breekt er een moeilijke tijd aan. Sinds september 1944 werden er geen repetities meer gehouden omdat men ’s avonds om 8.00 uur binnen moest zijn.. Aangezien de financiële verplichtingen tegenover de directeur gewoon door gingen, werd er besloten om de contributie in aangepaste vorm door te laten gaan. Tijdens de bestuursvergadering van 27 april 1945 sprak de voorzitter de hoop uit dat, na 8 maanden zonder repetities, deze spoedig weer voortgezet zouden kunnen worden. En inderdaad: half mei 1945 kwam men weer bijeen om te repeteren en na twee repetities werd er al weer opgetreden en wel op 16 mei tijdens de bevrijdingsfeesten op de voetbalwei.

Tijdens de bestuursvergadering van 12 juni 1945 was een commissie van “De Lofstem” aanwezig om te pleiten voor een fusie van beide verenigingen, omdat het naar hun mening eigenlijk geen zin zou hebben dat er in De Lier twee christelijke zangverenigingen bestaan. De bestuursleden van deze nieuwe gefuseerde vereniging zou dan voor de helft uit Hervormden en de andere helft uit Gereformeerden bestaan. Het voorstel tot fusie werd enkele weken later op een bijeenkomst met de leden van “Con Amore” besproken en deze wezen met overgrote meerderheid het voorstel af.
Tijdens de eerste ledenvergadering na de oorlog gaf het bestuur ook opening van zaken aangaande de financiële zaken in de oorlog. Om de bezetters om de tuin te leiden beheerde de penningmeester “knoeiboeken” die gecontroleerd werd door een officiële commissie. Deze “knoeiboeken” (tegenwoordig zou men het schaduwboekhouding noemen) gaven een veel lager saldo te zien dan de werkelijke boeken die door eigen leden werd gecontroleerd. Dank zij het echte saldo was er de mogelijkheid om op termijn een piano aan te schaffen.
Vanwege ziekte van dhr. van Santwijk werd eind 1945 uitgezien naar een nieuwe dirigent. Dit werd dhr. Verboon die in oktober 1945 aantrad, maar al spoedig weer opgevolgd werd door dhr. Verweel.


PERIODE 1945 TOT HEDEN

 

Dit deel is in voorbereiding